Besluit van 24 juni 1814 tot instelling van de Hoge Raad van Adel
Bij besluit van de Soevereine Vorst van 24 juni 1814, nummer 10, werd een 'Collegie van Heraldie' opgericht onder de titel Hoge Raad van Adel. Het instellingsbesluit telt 6 artikelen. Hieronder volgt de letterlijke tekst van het soeverein besluit.
24 juni 1814, No. 10.
Wij Willem, bij de Gratie Gods, Prinse van Oranje-Nassau, Souverein Vorst der Vereenigde Nederlanden, enz. enz. enz.
Gezien hebbende het Rapport op den 19 Meij j.l. aan Ons ingediend door de Personeele Commissie, aan welker hoofd zich bevindt de Heer van Spaen la Lecq, ten geleide der door haar, ingevolge Onze resolutie van den 4e bevorens No. 12 ontworpen ene Instructie voor een Collegie van Heraldie, en van eenige artikelen omtrent den voet van deszelfs inrigting.
Gezien onze evengemelde resolutie, houdende dat er een Collegie van Heraldie zal worden opgerigt.
Den Raad van State gehoord.
Artikel 1
Het voor dezen Staat op te rigten Collegie van Heraldie zal den tijtel voeren van Hooge Raad van Adel.
Artikel 2
Voor denzelven Hoogen Raad wordt gearresteerd eene Instructie zoodanig als die hierna volgt, en mitsdien behelzende de bovengemelde organieke artikelen.
[volgt de Instructie voor de Hoge Raad van Adel]
Artikel 3
Tot President van den Hoogen Raad van Adel op een jaarlijksch Tractement van vijf duizend guldens wordt benoemd de Heer: W.A. van Spaen la Lecq.
tot Leden, op eene jaarwedde van twee duizend vijf honderd guldens de Heeren: M.L. d'Yvoy, A.C. Snouckaert van Schauburg, Mr. R.J. Metelerkamp.
en tot Secretaris onder genot van gelijke jaarwedde van twee duizend vijf honderd guldens de Heer: Mr. J. van der Lelij van Oudewater.
Artikel 4
Aan de voormelde Heeren zal, uit aanmerking der diensten door hen in de Heraldieke en in andere Commissien gepresteerd, hun tractement berekend worden sedert primo Maart j.l., en zullen de daartoe vereischte sommen begrepen worden in de maandelijksche aanvrage van Onzen Algemeenen Secretaris van Staat.
Artikel 5
De beëediging der voornoemde President en Leden en de Installatie van den Hoogen Raad van Adel zullen plaatshebben zoodra voor hetzelve door de Departementen van Binnenlandsche Zaken en van Finantien een geschikt locaal zal zijn aangewezen; wordende aan dezelve Departementen mits dezen opgedragen om zoodanig locaal in gereedheid te brengen.
Artikel 6
De Instructie in Artikel 2 vermeld zal worden gedrukt en exemplaren van dezelve benevens afschriften van Ons tegenwoordig besluit gezonden aan den Raad van State, Onze Secretarissen van Staat, aan den eersten President van het Hoog Geregtshof, aan Onzen Prokureur-Generaal en aan de Rekenkamer; mitsgaders aan den Heer van Spaen la Lecq als President van den Hoogen Raad van Adel tot informatie en narigt respectievelijk.
Gegeven in 's-Gravenhage den 24 juni des Jaars 1814, en van Onze Regering het Eerste.
(get.) WILLEM
Ter ordonnantie van Zijne Koninklijke Hoogheid
De Algemeene Secretaris van Staat,
(get.) A. R. Falck