Adelsdiploma voor jonkheer Frans Lauta van Aijsma
Sinds gisteren mag de 77-jarige Frans Lauta van Aijsma uit Apeldoorn zich officieel jonkheer noemen. Uit handen van directeur-generaal Hanneke Schipper-Spanninga van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kreeg hij op de secretarie van de Hoge Raad van Adel in Den Haag zijn adelsdiploma overhandigd.
De uitreiking vormde het sluitstuk van een procedure die augustus vorig jaar formeel startte met het indienen van een verzoekschrift aan Koning Willem Alexander. Met gewaarmerkte genealogische bewijsstukken toonde Frans Lauta van Aijsma aan een nazaat in rechte, mannelijke lijn te zijn van het oorspronkelijk uit Friesland afkomstige adellijke geslacht Aijsma.
Meerdere leden van dit geslacht behoorden in de negentiende eeuw tot de Nederlandse adel. In 1825 erkende Koning Willem I de oude adeldom van drie zonen van Jan Lauta van Aijsma (1739-1815). Slechts een van de drie broers kreeg kinderen. In 1898 stierf deze tak uit.
Oude adeldom
Jonkheer Franciscus Antonius Gemma (Frans) Lauta van Aijsma werd geboren in Geleen. Hij stamt af van Matthias Lauta van Aijsma (1808-1872), een jongere halfbroer van de drie broers die in 1825 werden genobiliteerd. In zijn familie was men altijd op de hoogte van de adellijke afstamming. Toch kwam het niet tot pogingen om de oude adeldom officieel ‘erkend’ te krijgen.
Dat veranderde na de herontdekking van het graf van kolonel Schelte van Aijsma in het Friese dorp Schettens. Deze verre verwant van jonkheer Frans Lauta van Aijsma was in de Tachtigjarige Oorlog gesneuveld tijdens het Beleg van Breda (1637). In 2018 werd de kolonel met militaire eer herbegraven in de kerk van Schettens. Frans Lauta van Aijsma was daarbij als eregast aanwezig.
Historisch onderzoeker André Buwalda wist hem ervan te overtuigen een verzoekschrift in te dienen. Na een positief advies van de Hoge Raad van Adel (als het vaste adviescollege van de regering op het gebied van adelszaken en heraldiek) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties erkende Koning Willem-Alexander de verzoeker bij Koninklijk Besluit van 8 maart 2022 nr. 20220004512 als te behoren tot de Nederlandse adel, met het predikaat jonkheer.
Het besluit heeft ook betrekking op zijn afstammelingen in rechte, mannelijke lijn, zowel mannelijke als vrouwelijke. Dat betekent dat zijn dochter sinds gisteren ook tot de Nederlandse adel behoort en het predikaat jonkvrouw mag voeren.
Uitzonderlijke gebeurtenis
Adeldom wordt in Nederland nog slechts zeer zelden verleend. De huidige adel in ons land is ingesteld in 1814 door Koning Willem I en kreeg een plaats in de grondwet. Sinds 1814 zijn personen uit 596 families in de Nederlandse adel opgenomen. Verreweg de meeste nobilitaties dateren uit de tijd van Koning Willem I. Rond 1900 beleefde de Nederlandse adel een laatste hausse, vooral omdat veel nazaten uit oude regentenfamilies verlening van adeldom (door middel van ‘verheffing’) aanvroegen. In de periode van 1901 tot 1910 werden nog 46 personen verheven, tussen 1931 en 1940 waren dat er nog maar 15. In 1953 werden verheffingen feitelijk afgeschaft.
In de Grondwet van 1983 kwam het artikel betreffende de adel te vervallen en moest adeldom in een nieuwe wet worden geregeld. Op 1 augustus 1994 trad de Wet op de Adeldom in werking. Deze wet heeft de regels tot verlening van adeldom verder ingeperkt. Wel laat de Wet op de Adeldom (conform de praktijk van vóór 1994) ruimte voor de ‘erkenning’ van oude, inheemse adeldom van personen met de Nederlandse nationaliteit.
Al ver vóór de totstandkoming van deze wet kwam het daar zelden toe. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn personen uit slechts twee families (Ploos van Amstel in 1971 en 1988, Van Lawick van Pabst in 1990, 1991 en 1998) erkend. De nobilitatie van jonkheer Frans Lauta van Aijsma mogen we dan ook een uitzonderlijke gebeurtenis noemen.
In Nederland zijn aan adeldom maar twee rechten verbonden: het recht om in officiële stukken te worden aangeschreven met adellijke titulatuur, en het recht om een officieel erkend wapen te mogen voeren, dat door de Hoge Raad van Adel is geregistreerd in het wapenregister van de Nederlandse adel.
Wapenregister en adelsdiploma
De registertekening van het familiewapen van jonkheer Frans Lauta van Aijsma werd vervaardigd door Piet Bultsma-Vos, de vaste wapentekenaar van de Hoge Raad van Adel. Hij is ook de tekenaar van het familiewapen Lauta van Aijsma dat het gisteren uitgereikte adelsdiploma siert.
Voor het vervaardigen van het adelsdiploma voor jonkheer Frans Lauta van Aijsma kon de Hoge Raad van Adel een beroep doen op de vakkennis van specialisten. Behalve wapentekenaar Piet Bultsma-Vos waren dat kalligrafiste Trudie Demoed en Marchelma van Breugel, die het inbinden van het adelsdiploma en het ontwerp van een passende bewaarcassette voor haar rekening nam. Het zegelen van het document met het grootzegel van Koning Willem Alexander vond begin deze maand plaats op het Nationaal Archief en werd verzorgd door Joost van Heck, adviseur van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en speciaal belast met deze bijzondere taak. Hij werd hierbij geassisteerd door Femke Prinsen, adviseur conservering bij de afdeling Collectie van het Nationaal Archief.
Het koninklijke grootzegel diende vroeger voor het waarborgen van wetten en andere officiële documenten, zoals de Surinaamse onafhankelijkheidsakte in 1975. Sindsdien is het alleen nog gebruikt als bekrachtiging van de acte van abdicatie (van Koningin Juliana en Koningin Beatrix) en voor adelsdiploma’s. Het grootzegel van Koning Willem Alexander werd in 2014 ontworpen en gepresenteerd bij het tweehonderdjarige bestaan van de Hoge Raad van Adel. Voor het adelsdiploma van jonkheer Frans Lauta van Aijsma is het voor de eerste keer officieel gebruikt.