Raad verwerft dooppenning prinses Juliana
Deze week wist de Hoge Raad van Adel de dooppenning te verwerven die Gerald Carel baron van Asbeck (1856-1934), voorzitter van de Raad, kreeg aangeboden na de doop van prinses Juliana. Deze plechtigheid vond plaats op 5 juni 1909 in de Willemskerk aan de Nassaulaan in Den Haag.
De geboorte en doop van een troonsopvolger zorgde in heel Nederland voor groot enthousiasme – ook bij personen die zich meestal kritischer ten opzichte van de monarchie opstelden. Op de dag van de doopplechtigheid werd het prinsesje in de Gouden Koets naar de Willemskerk geleid, waar haar ouders haar opwachtten. In het kerkgebouw – tegenwoordig is hier de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gevestigd – hadden zich ondertussen buitenlandse diplomaten, kamerheren, hofdames, ministers, leden van de hoge colleges van staat, voorzitters en leden van de Staten-Generaal , commissarissen van de Koningin, burgemeesters van de grote steden en tal van andere notabelen verzameld.
Als herinnering aan de doopplechtigheid ontvingen de genodigden een zilveren dooppenning, gemodelleerd door de bekende medailleur Jac. J. van Goor naar een ontwerp van koningin Wilhelmina. De voorzijde van de penning toont de ouders van het prinsesje, staand tegenover elkaar, met op de achtergrond een gezicht op de Haagse Hofvijver. Koningin Wilhelmina en prins Hendrik worden omgeven door hun wapens en wapenspreuken ( ‘Je maintiendrai’ en ‘Per aspera ad astra’), de naam Juliana en haar geboortedatum (30 april MDCCCCIX [1909]). Op de achterzijde van het door de Raad verworven exemplaar staat vermeld: ‘Aan G.C. Baron van Asbeck Voorzitter van den Hoogen Raad van Adel’.
Baron van Asbeck bekleedde het voorzitterschap van de Hoge Raad van Adel van 1908 tot zijn dood in 1934. In die hoedanigheid was hij in 1909 nauw betrokken bij de vaststelling van het wapen van prinses Juliana. In het dagelijkse leven was baron van Asbeck werkzaam bij de Algemene Rekenkamer, waarvan hij in 1928 president werd.