Vriendenboekjes van adellijke vrouwen
Aan het eind van de 16e eeuw werd het mode onder jonge adellijke vrouwen om een boekje bij te houden waarin zij gedichten en liederen, tekeningen en spreuken van vrienden verzamelden. Zij deden dit om gelijkgestemden te vinden, te flirten, herinneringen vast te leggen en hun identiteit te vormen en presenteren.
Historisch letterkundige Sophie Reinders promoveerde afgelopen dinsdag 13 juni aan de Radboud Universiteit te Nijmegen cum laude op De Mug en de Kaars, een cultuurhistorische studie over deze fascinerende ‘alba amicorum’ (‘vriendenboekjes’).
Een zeer prominente plek in haar onderzoek wordt ingenomen door alba uit de collectie van de Hoge Raad van Adel. Vooral het in 2007 door de Hoge Raad van Adel verworven album van Rutghera van Eck blijkt zeer bijzonder te zijn – onder meer omdat de eigenaresse het boekje niet alleen als jonge vrouw bijhield, maar tot aan het einde van haar leven doorging met het verzamelen van bijdragen.
Reinders deed ook een belangrijke ontdekking in de collectie Van Spaen die bij de Hoge Raad van Adel berust. Deze collectie bevat drie alba die traditioneel worden toegeschreven aan de uit Overijssel afkomstige Joanna Bentinck. Een van de drie alba blijkt echter niet door deze Overijsselse Joanna te zijn geschreven, maar door een jongere naamgenote. Voor de interpretatie van het vrouwenalbumfenomeen levert deze toeschrijving nieuwe inzichten op.
De handelseditie van De Mug en de Kaars is te bestellen bij Uitgeverij VanTilt.